Interessant
Driebeukige classicistische kruiskerk van 1783, met een laatgotische westertoren van baksteen en zandsteen, oorspronkelijk uit de 13de eeuw. De 18de-eeuwse kerk, met een kerkhof eromheen, heeft bakstenen gevels, rustend op een sokkel in arduin.
Het interieur is evenwichtig geconcipieerd in perfecte rococostijl. De sierlijke aankledingen, vooral in eikenhout, stammen uit vroegere bedehuizen en zijn dus merkelijk ouder dan de kerk zelf. Het gaat hier vooral om de drie altaren, de hoge lambrisering en de koorbanken in het hoogkoor, de biechtstoelen en het belangrijkste meubilair.
De kerk beschikt daarenboven over een prachtig doksaal en tochtportaal met een orgel gebouwd door Lambert Van Peteghem, lid van de bekende orgelbouwersfamilie. Maar ook de preekstoel, de collectie reuzengrote schilderijen uit de 17de en 18de eeuw, de glasramen, het sacristiemeubilair en de vele oude grafstenen uit de 17de eeuw zijn zeker vermeldenswaard.
Aan de beschrijving van de kerk werd in 1983 een heel boek besteed. De enkele lijnen tekst en de enkele foto's in deze website kunnen dus onmogelijk de kunstige bouw en vooral de verfijnde inrichting van de kerk weergeven. Er is maar één alternatief: Breng een bezoekje aan deze prachtige realisatie uit een ver verleden.
Sinds 2016 worden er in de kerk geen reguliere misvieringen meer gehouden. De kerk wordt nog gebruikt bij bijzondere plechtigheden zoals huwelijken en begrafenissen en voor godsdienstige vieringen door de basisschool van het dorp. Ook culturele activiteiten gingen reeds door in de kerk, zoals concerten voor het Festival van Vlaanderen. Ter gelegenheid van de jaarlijkse “Kasseifeesten Zegelsem”, tijdens het 3de weekend van september, wordt de kerk ook opengesteld voor het publiek voor allerhande tentoonstellingen.
Voor groepen kan op aanvraag een bezoek worden gepland (eventueel met gids). Voor afspraken ter zake neemt U contact op met
Sint-Ursmarus werd geboren in het midden van de zevende eeuw te Floyon in Thiérace - een dorpje nabij Avesnes aan de Samber - vermoedelijk in 644.
Door zijn christelijke levenswandel werd hij al vlug leerling van de H. Amandus die hem in 670 tot priester wijdde. Met het kruis in de hand doorkruiste hij de streek tot ver buiten zijn geboortedorp.
Dit beeldje werd aan de inwoners van Zegelsem te koop aangeboden t.t.v. pastoor D’Heer (1950 – 1969).
Het huidig gebouw zou gebouwd zijn in 1750 door toenmalig pastoor Lintermans. De sluitsteen van een deuromlijsting vermeld wel het jaartal 1714 maar waarschijnlijk is die sluitsteen afkomstig van een vroeger gebouw. De bijgebouwen dateren van 1780 – 1783 en werden opgericht met het puin van de toen grotendeels gesloopte kerk. Nieuwe paardenstallen en het koetshuis werden gebouwd in 1857.
Sedert 12 december 2002 is de pastorie een beschermd monument.
Een vroegere pastorie/boerderij werd in 1580 platgebrand tijdens godsdiensttroebelen en die werd heropgebouwd in 1607 door pastoor Le Lateur. In 1622 was daarbij ook een brouwerij vermeld. Later, onder meer in 1624 en 1655 was er sprake van een “omwalde” pastorie. Maar de juiste vestigingsplaats van dat/die vroegere gebouw(en) hebben we nog niet kunnen achterhalen, mogelijk dichter bij de Perlinckbeek.
In de rubriek NIEUWS maakten we op 19 februari en 10 mei 2015 melding dat de gemeente de pastorie van de hand wou doen. Na een tweede oproep in datzelfde jaar kwam dit gebouw voor het eerst in privé bezit. Na de verkoop is de nieuwe eigenares gestart met allerlei opknap-werkzaamheden met veel liefde voor de oorspronkelijke staat van het zeer oude gebouw dat mede het dorpje zo uniek maakt.
Begin van de zomer werd in een bijgebouw, dat vroeger nog dienst deed, eerst als paardenstal en later als “Parochiale Bibliotheek”, een gloednieuwe B&B ingericht onder de sprekende naam van “De Pastorie”. De gegevens daarvan bevinden zich onder de rubriek Horeca in Zegelsem/ Overnachtingen in Zegelsem. Meer over de geschiedenis kan men lezen in het artikel “50 jaar Parochiale Bibliotheek in Zegelsem”, onder de rubriek Vroeger en nu/Bijzondere geschiedenis, op deze website.
Vanaf 1892 beschikte Zegelsem over een kloostergemeenschap, afhangend van de St.-Vincentiuscongregatie van Deftinge. Het klooster werd gebouwd rechtover de kerk en het kerkhof. De eerste opdracht was het onderwijs dat eerst op de Leierwaarde en vanaf 1894 in het klooster zelf werd verstrekt. Na een paar jaar verruimde de werkkring van de zusters en werd een bejaardentehuis geopend.
In 1921 werd naast het oudere kloostergebouw een nieuwe vleugel bijgebouwd met o.m. een kapel in gotische stijl en een overdekte speelplaats met daarboven een reeks kamertjes. Intussen waren op het domein zelf verscheidene klassen bijgebouwd tengevolge van de uitbreiding van de schoolbevolking. In de loop der jaren ondergingen die gebouwen uiteraard verscheidene kleinere en grotere renovaties. Op 9 juli 1992 vierde Zegelsem zijn “100 jaar Zusters”.
Het jaar 2006 was echter een rampjaar voor deze site. De laatste rusthuisbewoners verlieten Zegelsem eind mei en ook het klooster sloot eind november definitief zijn deuren. De dorpsgemeenschap blijft er sindsdien verweesd achter. Enkel de dorpsschool is nog ondergebracht in het gebouwencomplex.
Eeuwenlang was Zegelsem een welvarend landbouwdorp. Niet te verwonderen dat het dorp rijkelijk bezaaid is met grote hofsteden. De belangrijkste ervan is zeker het vroegere Romans’hof (gesloten hoeve – Leierwaarde 29). Hier was namelijk de “Singulfi-villa” gesitueerd waar destijds tot 13 kanunniken verbleven. Die geschiedenis gaat zelfs terug tot de jaren 700 en 800. Enkele overblijfselen op het hof herinneren nog aan een ver verleden, o.m. de klok in het torentje die dateert van 1754 en een oud wijwatervat, afkomstig van de vroegere kloosterhoeve. De huidige eigenaars hebben ervoor gekozen dat de naam van het hof duidelijker zijn geschiedkundige achtergrond weergeeft en hebben het hof omgedoopt tot "Singulfi hoeve".
Dit is een andere grote historische en gerestaureerde vierkante hoeve in de St.-Ursmarusstraat, naast de pastorie. Aan de gevel hangt een natuurgetrouwe weergave van het schild van Zegelsem.
Gebouwd door Bernardus Baert in 1792, was de familie Christiaens, o.a. Burgemeester Henri Christiaens, gedurende meer dan een eeuw eigenaar van het hof. Vanaf 1913 werd het hof bewoond door de familie Van De Putte, die in 1951 eigenaar werd. De naam bleef behouden na de overname in 1989 door Georges De Busscher, die het hof liet restaureren naar het oorspronkelijke model van de 18e-eeuwse herenhoeven in de Vlaamse Ardennen.
Het complex is grotendeels ingericht als feest- en tentoonstellingsruimte. Klik daaromtrent naar het hoofdstuk Horeca waar ook de contactgegevens staan vermeld.
Na jarenlang getouwtrek werden in 1999 in de Vlaamse Ardennen ongeveer 30 km kasseistroken officieel geklasseerd. Die klassering werd gerealiseerd door Minister Sauwens vooral onder druk van de Omer Wattez-Stichting.
De Haaghoek, 3km lang, behoort daarbij en in de periode 1998-’99 werden de werken uitgevoerd voor de totale vernieuwing van de 17.000m² kasseien. Daarbij werden de vroegere stenen en boorden uit Belgisch porfier herbruikt.
Het monument van de Ronde van Vlaanderen verkreeg aldus vanaf 1999 zijn vroeger glorierijk uitzicht terug, slingerend tussen een prachtig golvend landschap.
Smalle asfaltweg, met een maximale stijging van 16 % die traditioneel aansluit op de Haaghoek in de Ronde van Vlaanderen op weg naar de Berendries in Michelbeke.
Een korte maar toch stevige kuitenbijter… dat zullen de vele duizenden fietsers (en wandelaars) kunnen beamen, die geregeld dit deel van het parcours van de Ronde komen ervaren. Het hoogste punt van de Leberg bevindt zich op 99 m boven de zeespiegel, (fietsknooppunt 3, wandelknooppunt tussen 10 en 9) de beklimming begint 45 m lager en is 1.150 m lang.
Leberg “lee” of “lede” betekent waterloop. Met waterloop wordt hier de Perlinckbeek bedoeld die de Leberg dwarst.
Langs de Leberg bevinden zich o.m. het Monasterium Mariakluizen, de Forelvijvers en de Vakantiehoeve Leberg.
Deze beboste strook maakt deel uit van het brongebied van de Maarkebeek. Bosjes, graslanden en akkers wisselen elkaar af in een kleinschalig patroon met veel bomenrijen en houtkanten. Het gevarieerde reliëf, mede veroorzaakt door grondverschuivingen wordt nog geaccentueerd door opvallende taluds, holle wegen en voormalige rootputten. Op vele plaatsen ontspringen bronbeekjes of sijpelt grondwater uit de bodem. Het gebied behoort tot de uitlopers van de west-oost gerichte heuvelrug (met heuveltoppen tot 140 m hoogte), die zich in het zuiden van Vlaanderen uitstrekt. De meest typische planten uit de Vlaamse Ardennen komen hier voor. Het in 1981 geklasseerd landschap is 220 ha groot en een ideaal wandelparadijs voor natuurliefhebbers (zie http://www.burreken.be/ ).
Zie ook in het Hoofdstuk “Fietsen en Wandelen” de rubriek “Wandelroutes van Natuurpunt”
Werd gesticht in 1982 door enkele broeders die er bidden en werken volgens de regels van de heilige Benedictus. Gedurende de week beleven zij er de eenzaamheid in afzonderlijke kluizen maar ze zijn ook kunstenaars en stimuleren vooral waardige religieuze en profane kunst. Zij organiseren regelmatig tentoonstellingen, lezingen en concerten. Dit spiritueel en kunstzinnig oord staat open voor iedereen die er een paar dagen in eenzaamheid en stilte wil bezinnen of op zoek is naar innerlijke rust. Hiervoor werden in de kloosterhof vijf houten kluizen opgetrokken, van waaruit men kan genieten van een Saedeleeriaans landschap. Op zondag 26 augustus 2007 werd met grote luister het 25-jarig bestaan gevierd van de oecumenische gemeenschap met vooral een plechtige eucharistie in de kapittelzaal en een grootse tentoonstelling "25 jaar Monasterium Mariakluizen". Het Monasterium bevindt zich aan de Keiweg 1 (Leberg) te Zegelsem en is op afspraak ook voor bezoekers toegankelijk. (zie www.monasterium-mariakluizen.be of mail naar
|
Oud-gemeentehuis van Zegelsem, naast de Kerk in de Teirlinckstraat. Werd ingehuldigd op 19 mei 1957 (voor de foto's van die inhuldiging: klik hier). Boven de ingangsdeur bevindt zich het wapenschild van Zegelsem. Sinds het ontstaan van Brakel in 1970 uit de fusie van enkele gemeenten waaronder Zegelsem, werd de gemeentelijke administratie overgebracht naar het Marktplein van (Neder)Brakel. Thans doet het gebouw dienst als Buurthuis, voor bijeenkomsten van plaatselijke verenigingen en voor tentoonstellingen (o.a.Kasseifeesten).
|
Oude afspanning, die teruggaat tot 1771, op het dorpsplein. Eertijds bevonden zich hier drie haarden, waarvan er nog twee overgebleven zijn. Aan de ijzeren ring in de muur werden vroeger de paarden van de bezoekers vastgebonden. Deze vroegere afspanning werd gerestaureerd en ingericht als eet- en praatcafé met feestzaal. Voor informatie daaromtrent klik door naar het hoofdstuk Horeca, waar ook de contactgegevens zijn vermeld. |
Ons landelijk dorpje Zegelsem is wel bezaaid met een aantal kleinere en grotere kapelletjes, verspreid over het ganse grondgebied, maar voor “monumenten”, zoals die vooral te vinden zijn in de steden, kon men er niet terecht.
Op het kerkhof, dicht bij de kerkingang, bevindt zich wel het bijna 100-jarige monument voor de Gesneuvelden van WOI – 1914-18. Voor andere monumenten was het verder wachten tot 1999 voor het “Kasseimonument” en tot 2011 voor de “Kasseilegger”, twee creaties naar aanleiding van de renovatie van het dorp met “kasseistenen” en de jaarlijkse “Kasseifeesten” die daarop volgden. In 2017 werd Zegelsem nog een monument rijker n.l. een miniatuur bommenwerper “De B17”.
Gesneuvelden-monument WO1 Kassei-monument
De Kasseilegger Monument B17
Op 20 augustus 2017, dank zij Kris Van Daele en N.S.B Brakel i.s.m. de gemeente Brakel, kreeg Zegelsem er aan het kruispunt van de Teirlinckstraat met de Oudenaardsestraat een monument bij, een miniatuur Amerikaanse bommenwerper op een grote natuursteen uit Dinant. (Zie Rubriek NIEUWS 25 -27 augustus 2017). Dit ter herdenking van de helden van de Amerikaanse bommenwerper B-17G, KY-A die vlakbij neerstortte aan de Leierwaarde nadat hij werd geraakt door een Duits afweergeschut (FLAK 80) en na beschietingen van een achtervolgend Duits jachtvliegtuig (Messerschmitt). De piloot overleefde de crash; zijn vier kompanen echter niet.
In juni 2021 kreeg het monument de "B-17G" er een infobord bij. Klik hier voor de tekst daarvan...
In het boek “Idioticon” van Isidoor Teirlinck lezen we het volgende:
“De Perlenbeke (klemt. op lenk), vr.: de voornaamste beek van Zegelsem; ze neemt haren oorsprong in de Laierworde en loopt in de Zwalme te Alderhelegen; sommige schrijvers heeten ze de Berlenkbeke, de Watermolenbeek (het volk zou zeggen Watermeulebeke), anderen de Palingbeek (het volk zou zeggen Palenbeke); doch de klemt. Op lenk wijst op romaanschen oorsprong? ’t Meuleken te Perlenk staat erop”.
Beneden in het dorp kronkelt de altijd groene vallei van de Perlinckbeek. Langs de meanderende Perlinckbeek tiert de welige begroeiing uitstekend. Dit deel vormt de bovenloop van de beek die ongeveer 5 km lang is tussen Zegelsem en Sint_Blasius-Boekel. De Perlinckmolen staat op de gelijknamige beek aan de voet van de Pottenberg op de grens met Elst. Volgens een “discripto” van de jaren 868-869 bezat de abdij van Lobbes in Zegelsem een watermolen en een brouwerij. De Perlinckmolen ligt op 45 m hoogte, de watertoren en de uitkijktoren te Elst op 106 m. De Perlinckbeek ontspringt aan de grote weg. Samen met de Fonteinloop en de Krombeke van S.K.H. vormt zij de Boekelbeek en verder stroomafwaarts de Moldergembeek. Deze beek vloeit aan de dorpskern van Nederzwalm in de Zwalm net voor de monding van de Schelde.
Om het probleem van de wateroverlast ter hoogte van de Teirlinckstraat te Zegelsem voorgoed op te lossen, (zie rubriek Nieuws april 2006) werd een deel van de beek in een nieuwe bedding gebracht. Hierdoor stelden zich in juli 2007, bij hevige regenval, geen problemen meer.
Deze beek kan men bewonderen naast het restaurant “Hong Jing Wok” alwaar zij onder de straat verdwijnt en in het dal van de Holweg (die zijn naam alle eer aandoet) terug zichtbaar is. Ook in het dal van de Keiweg ziet men links en rechts duidelijk de Perlinckbeek. Het was in 2007 dat ons werd gemeld dat hier in de beek zich een wastafel bevond voor het wassen van schapenwol (zie rubriek Nieuws: Stenen die iets vertellen, maart 2007). In 2008 werd deze beek geruimd met respect voor de natuur en het stenen erfgoed dat zich hier bevond. In 2019 werd de Perlinckbeek weer geruimd en ditmaal is het stuk erfgoed nu verdwenen.
Veel meer omtrent de Perlinckbeek is te vinden op: www.routeyou.be en www.inventaris.onroerenderfgoed.net
Recht tegenover het voetbalveld van F.C Zegelsem loopt de Weistraat en verder links begint de IJskelderweg richting Opbrakel. Het eerste deel is een asfaltweg maar die gaat verder over in een dalende hobbelige en verweerde kasseistrook van 414 m lang, een vochtig bronnengebied. De weg daalt verder tot aan de Wolfskerkebeek, ook één van de bronbeken van de Zwalm en tevens de grens tussen Zegelsem en Opbrakel. Rechts van de weg, onder een alleenstaande eik bevindt zich de ingang van de ijskelder, en hieraan heeft de weg zijn naam te danken. Dit is een overkoepelde met bakstenen gebouwde put, waarin ijs kon worden bewaard tot in de maand augustus. Deze werd in de 19° eeuw gegraven en gebouwd door de eigenaar van het Hof te Wolfskerke in Opbrakel op het einde van de IJskelderweg.
De ingang van de ijskelder is nog moeilijk terug te vinden tussen al het overwoekerend groen. Nog een smal spleetje blijft zichtbaar van die ingang, want minstens de ingang en misschien ook de hele ijskelder is toegestroomd met modder.