“De dood komt als een dief in de nacht” en dat was op 5 februari 2010 ook zo voor Adriënne Donckerwolke, een merkwaardige vrouw die ik de avond voordien nog had mogen begeleiden op doktersbezoek, niet vermoedend dat dit de laatste keer zou zijn dat ik haar sprak.

Adrienne, geboren op 10 november 1925, was op vele terreinen actief en een zeer graag geziene vrouw omwille van haar ijver en punctualiteit.

In haar gezin, met haar echtgenoot Joseph Tronquo († 16 april 2008) kreeg zij twee muzikaal begaafde kinderen, Antoine en Antoinette. Haar werk bij de C.O.O. (Commissie Openbare Onderstand) in Zegelsem en later in het OCMW van Brakel verrichtte ze plichtsbewust en ze kende daardoor ook heel wat inwoners.

In haar vrije tijd waren de parochiale bonden haar ontspanning, zij was jarenlang lid van de B.J.B. , “schrijfster” van de Boerinnenbond en zij volgde ook verscheidene opleidingscursussen. Haar inzet voor het zangkoor (o.a. klaarmaken van alle mappen voor de leden enz.) kende geen grenzen.

De laatste jaren had ik het voorrecht haar waardevolle persoonlijke documentatie te mogen raadplegen en ook haar geheugen, op 85 jarige leeftijd, liet haar zeker nog niet in de steek, integendeel. Haar archief was een grote hulp bij het samenstellen van het boek “Parochie Sint Ursmarus Zegelsem” in 1983 en ook vorig jaar bij het schrijven van “100 jaar Dekenij Nederbrakel” haalde zij nog heel wat oude documenten naar boven.

Adrienne genoot ervan te kunnen meewerken bij al dat opzoekingswerk omtrent de geschiedenis van haar dorp. Zoeken op zolder, kopiëren, telefoneren, niets was haar teveel. Met heel wat geschiedenisvragen omtrent het parochiale leven konden wij bij haar terecht. Zij volgde met grote interesse de artikels die verschenen in het tijdschrift van de Heemkundige Kring.

Adriënne zat nooit stil: haar bloementuin en groentetuin mochten altijd gezien zijn. Ook om kleding te maken draaide Adriënne haar hand niet om, zij kwam immers langs moeders kant uit een familie van naaisters. Om het met de woorden van haar zoon te zeggen: “Als er geen werk was dan vond zij het uit”.

Haar levenswerk – zij was alles netjes aan het klasseren, toen de dood kwam – was zeker nog niet af. Met haar verdwijnt een groot stuk van het geheugen van Zegelsem. Ik had graag nog vele jaren met Adriënne samengewerkt, het gemis is groot.

 

Mieke De Prijck